Instabiliteit van de knie komt meestal voor na sportletsel, maar ook het gevolg zijn van een afwijkend looppatroon. De podotherapeut kan na een uitgebreid onderzoek vaak gericht schoenadvies geven. Daarnaast kunnen podotherapeutische zolen het looppatroon stabiliseren waardoor de klachten verminderen. Soms is oefentherapie reeds gestart of noodzakelijk. Dan is een samenwerking tussen bijvoorbeeld de podotherapeut en de fysiotherapie zinvol.
Instabiliteit van de knie verwijst naar een aandoening waarbij er sprake is van een abnormale beweging of verlies van stabiliteit in het kniegewricht. Instabiliteit van de knie kan het gevolg zijn van verschillende factoren, waaronder letsel aan de gewrichtsbanden (bijvoorbeeld een gescheurde voorste kruisband), een zwakte in de omliggende spieren, anatomische afwijkingen of een eerdere knieblessure.
De oorzaak van knie-instabiliteit kan variëren. Het kan ontstaan door een acuut letsel, zoals een verdraaiing van de knie tijdens het sporten, of door een geleidelijke overbelasting van de knie. Het kan ook het gevolg zijn van een eerdere blessure, zoals een gescheurde voorste kruisband.
U kunt zelf enkele maatregelen nemen om de symptomen van knie-instabiliteit te verminderen en verdere klachten te voorkomen. Dit omvat het doen van specifieke oefeningen om de spieren rondom de knie te versterken, het dragen van een kniebrace of -bandage voor extra ondersteuning, en het vermijden van activiteiten die de knie extra belasten.
Symptomen van knie-instabiliteit kunnen bestaan uit een gevoel van onzekerheid in het kniegewricht, het gevoel door de knie te zakken, pijn of zwelling in de knie, beperkte bewegingsmogelijkheden en moeite met activiteiten die de knie belasten, zoals traplopen of sporten.
De behandeling van knie-instabiliteit door een podotherapeut kan verschillende interventies omvatten. Dit kan het aanmeten van een kniebrace of -bandage zijn om de stabiliteit te verbeteren, het verstrekken van oefeningen voor spierversterking en balans, het geven van advies over schoeisel en het begeleiden bij het aanpassen van activiteiten om klachten te verminderen.
